Halverwege de wedstrijd tegen Wageningen-2
leek een 5-3 winst mogelijk. De eindstand was
echter net andersom. Anne Paul opende
de score met een remise. Er ontstond een gelijke stelling in het middenspel en
na wat duw- en trekwerk werd tot remise besloten. Daarna volgde een knappe
overwinning van Murat Duman. Na een, zoals vaker (zoals Murat zelf aangaf),
chaotische opening waarbij hij na zet 2 al afweek van de theorie maar na zet 13
alweer terug was in de theorie, leidde al gauw tot een prettig middenspel.
Met veel ruimte, inspiratie en
concentratie maakte hij gebruik van de ruimte achter de vijandelijke pionnen.
Toen mat dreigde konden de stukken worden opgeruimd. Daarna volgden 2
nederlagen. Eerst verloor Paul Tulfer. In een partij met tegengestelde rokades
had hij een mooie koningsaanval opgebouwd, maar zijn tegenstandster had kansen
gecreëerd op de andere vleugel. Hij verwierp een afwikkeling naar eeuwig schaak
maar kreeg daardoor een onweerstaanbare aanval via de geopende b-lijn over zich
heen. Kort daarna verloor ook Ruud Wille. Dat was volledig onnodig. Hij had
steeds een fractie beter gestaan en op het beslissende moment sloot hij een
zwarte toren in. Dit zou kwaliteitswinst opleveren met een gewonnen eindspel.
Toen de vijandelijke dame binnenkwam
zag Ruud allerlei dreigingen die er
niet waren. Hij week af van zijn plan maar overzag daarbij geheel dat zwart via
de onderste lijn zomaar vanuit het niets mat in 4 had. Gerben Hendriks kwam na
een misser van zwart behoorlijk goed uit de opening met flink ruimtevoordeel en
een sterke loper. Dit resulteerde uiteindelijk in kwaliteitswinst. Hij
verzuimde het daarna af te maken. Zwart zocht tegenkansen en kreeg met paard en
dame aanval op de open koningsstelling van Gerben. Dit resulteerde uiteindelijk
in remise. Désiré Fassaert kon daarna in een eindspel met lopers van gelijke
kleur zijn stelling niet meer houden. Lang was deze partij gelijkwaardig maar
ergens ging het onder tijdsdruk verkeerd waarna hij in een minder eindspel terechtkwam.
In de partij van Ivo van der Gouw kreeg zijn tegenstander vanuit de opening een
geïsoleerde pion op d4, maar wist dit allemaal juist op tijd te verdedigen. Op
een gegeven moment wist Ivo niet meer precies hoe hij verder kon komen en koos
toen voor een wat risicovollere voortzetting, waarin wit zijn kansen greep. Uit
de afwikkeling volgde een iets beter staand dubbel toren eindspel waarin wit
een veropgerukte vrijpion op b6 had. Als compensatie daarvoor had Ivo actievere
torens en een beter beschermde koning. Toen wit in deze stelling remise aanbood
is dat aangenomen. Siert Huizinga kreeg vanuit de opening door nauwkeurig spel
een prettige stelling. Na dameruil moest hij het technische plusje zien vast te
houden. Op zich lukte dat redelijk, hij veroverde een pion maar zwart had een
prachtig paard op f4 dat hoofdbrekens bezorgde. Uiteindelijk bleek dat zijn
redding. Hij kon de a-pion vrij ver laten oprukken terwijl Siert zijn
pionnenmeerderheid op de koningsvleugel trachtte uit te buiten. Met beiden nog
een paard en wat pionnen werd tot remise besloten en kwam de eindstand op 5-3
voor Wageningen-2.